De hoofdstad van Liberia is een ervaring op zich. De stad lijkt te zijn ontstaan door UN medewerkers en voort te drijven op enkel uitgaven daarvan. Er rijden vooral nieuwe, glimmende jeeps door de stad van en naar onwaarschijnlijk luxe hotels. Een groter contrast tussen de krotten aan de oceaan en deze hotels zo dicht bij elkaar heb ik niet vaak gezien (buiten India). Al de woningen van de blanke UN medewerkers zijn afgerasterd met dubbele rollen prikkeldraad, waarschijnlijk om de bewoners ervan te proberen te beschermen tegen hun angsten en ongerustheid.
Van 15 februari tot 27 februari 2013
The land of the machete
Lopende door de donkere avond, beschenen door de halve maan, tussen Oliver en Brendan in, voel ik me meer een plattelandsbewoner dan de westerse rijkaard die ik word geacht. De grote huizen, keurig beschilderd, geen vuil op de stoep en geen schooier te bekennen. Mensen lijken stuurs en besteden weinig aandacht aan de blanke. De sfeer is ruig, veel mannen lijken op diamanthandelaren en zouden niet misstaan in een misdaadfilm. Vrouwen zijn voornamelijk smakeloos gekleed en ik in mijn Guinee outfit met geborduurde rand ontvang vele complimenten. Ik val uit de toon, zelfs als Oliver en ik naar het strand lopen en in de krottenwijk terecht komen die ons, door blanken, afgeraden wordt te betreden. De meeste vrouwen dragen kleding geïnspireerd op MTV en cultuur is dan ook ver te zoeken.
‘Every big belly must be checked. Go to your nearest hospital. It is free.’
Liberia is een land zonder zichtbare cultuur. Nu hebben de meeste West Afrikaanse landen waar ik doorheen ben gekomen weinig cultuur, maar Liberia heeft werkelijk alles verloren. Het is een smakeloos kopie van de zwarte Amerikaanse cultuur waarin de Liberian zelf geen toevoeging aan lijkt te kunnen gegeven. De mensen zijn gekleed in westerse outfits omdat kleding binnen komt via containers binnen vanuit Amerika en Canada. Het gevoel dat ik krijg al fietsend door dit land is niet positief, mensen lijken niet optimistisch, soms simpelweg verveeld. Palmwijn is de nationale drank, vele mensen dragen jerrycans op hun motorbikes, mannen gaan al vroeg de bush in om het te tappen en vaak is dat hun enige dagtaak. De meeste mannen zijn continu dronken, of dat nu een politie man, een grenswacht of een verkeerspolitie is. Werk wordt ook hier niet veel uitgevoerd door de mannen, het zijn wederom de vrouwen die er maar voor moeten zien te zorgen dat hun kinderen te eten krijgen, dat er hout wordt gesprokkeld, vuur wordt gemaakt, zaden worden geplant en oogst verwerkt. Zittend aan een kruispunt, daar waar Oliver een onmisbaar onderdeel van zijn voorvork laat lassen, bekijk ik Liberia. Vier uur lang. En zie ik niets anders dan UN jeeps, USAID jeeps, Bangladeshi en Indiërs in hun jeeps en bushtrucks en oorlogsvoertuigen. Aziaten die het land zijn stabiliteit waarborgen, allerlei soorten NGO’s, allen in nieuwe jeeps met flitsende stickers op hun deur. Naast de sticker die zegt dat er geen vuurwapens aan boord mogen. Alleen maar nieuwe, nieuwe, nieuwe jeeps. Hun lunch nemend in iets duurdere restaurants, daar waar ik enkel de toilet gebruik om mijzelf te ledigen en dan snel naar de overkant trippel om twee keer cassave met gebakken vis en gebakken banaan te nemen, twee maaltijden voor de prijs van één UN bord rijst.
Brendan en ik komen in gesprek met Concern, een NGO uit Ierland. Ierse Alice is samen met een Indiase man die hulp bieden aan de Liberianen. ‘Hebben de locals eigenlijk zelf om hulp gevraagd?’ vraag ik Alice. ‘Heeft het nut wat jullie doen?’ vraagt Brendan. ‘Is deze hulp echt nodig als de lokale bevolking zelf niet in staat is orde te houden, gekregen goederen te willen repareren? Is het nodig als men geen motivatie heeft?’ Ik blijf vooral verbaasd over het feit dat de gemiddelde West Afrikaan die in de bush woont geen benul heeft van hygiëne. Net zoals ik zag bij het verlaten van de woestijn in Mauritanië, poept men hier ook pal voor hun huis. Grote reclame borden wijzen de mensen op hygiëne, het belang van handen wassen na gebruik van het toilet. Condoomreclames overheersen nog altijd, maar in Liberia lijkt de aanwezigheid van een vrouwelijke leider in de politiek meer belang te hechten aan basis kennis op het gebied van hygiëne en gezondheid. Ik blijf me verbazen over de achterstand van dit deel van de wereld. Ik stoor me er niet aan, ik denk alleen dat Afrika nooit de standaard gaat halen zoals wij hem beleven. En dat is heus niet erg, iemand moet achterblijven opdat de ander hem voor is…
Daarom denk ik dat gevorderde hulp uit hoge standaard landen geen nut heeft in landen waar men nog niet zover is. Het is en blijft een topic waar Brendan, Oliver en ik niet over uitgepraat raken. We zouden willen dat al de NGO’s de fiets zouden pakken en eens flink rond gaan fietsen. Dat al die NGO’s eens uit hun gekoelde, door een chauffeur bereden nieuwe, glanzende jeep zouden stappen en eens zien wat er echt speelt in dit deel van de wereld. We zouden graag willen zien dat deze NGO mensen inzien dat wanneer een land inkomen heeft, dat wanneer een land zelf rijke mensen bezit, zij in staat moeten zijn zich terug te trekken en het land door eigen mensen te laten optrekken. In plaats van te blijven geven worden te rijken rijker, de arme lamlendiger. Het land drijft voort op zoveel soorten hulp terwijl het alleen een basis behoeft, veiligheid en scholing. En al de rest moeten ze zelf op zien te knappen. Liberia lijkt verloren.
De grote talloze borden langs de weg vertellen dat er veel geweld tegen vrouwen is. Er wordt gewaarschuwd voor prostitutie en hoe corruptie te ontlopen.
De start van een nieuw land
Net iets voor de grens van Liberia kom ik alleen tot stilstand, het is half acht, aardedonker en ik verdwijn de bush in om er ‘s ochtends rond half 8 weer uit te sluipen. Het is een heerlijk vrij gevoel om de natuur als woonplaats te maken en je route te vervolgen terwijl niemand door heeft dat je er hebt overnacht. Zonder ontbijt spurt ik naar de grens, in de hoop om Oliver daar te zien wachten op me. Ik ontwaar hem al gauw tussen de honderden geldwisselaars, handelaars, reizigers en ondernemers van allerhande koopwaar en eetstalletjes. Ik eet een plastic bak vol rijst met okra en chili’s, we verschonen Oliver zijn enkelwond, wisselen geld en fietsen zonder problemen Liberia in.
Al gauw ontdekken we dat Brendan ver voor ons uit gefietst is en een andere route heeft genomen als wij van plan zijn. We hebben halfslachtig afgesproken naar Robertsport te gaan en hoewel Oliver en ik blij zijn met het kleine stukje asfalt net na de grens kiezen we de korte route en gaan we wederom de track, piste of kortweg grind weer op. Meteen daalt ook mijn energiegehalte en kom ik de eerste heuvel niet eens op. Ik vraag me sterk af waarom ik telkens op een grindweg fiets terwijl ik liever een teerweg berijd.
Heb ik een aantal mensen niet horen zeggen dat de heuvels afgelopen zijn in Liberia? Ik weet zeker dat iemand dat tegen me heeft gezegd, net zo zeker weet ik dat die persoon nooit heeft gefietst. Vlakte bestaat niet buiten Nederland. Alles gaat op en neer en gelukkig ziet de jongen in een naderende truck dat mijn energiegehalte niet al te sterk aanwezig is, hij springt uit zijn cabine en rent naar me toe om me de eerste heuvel op te duwen.
Ik ben moe. De dag ervoor heb ik veel te veel van mijzelf gevergd, alleen om Oliver bij te kunnen houden, iets dat uiteraard mislukt is. Die dag heb ik 800 meter geklommen, 70 kilometer afgelegd en 6.5 uur gefietst met flinke stijgingen. Mijn kont is pijnlijk, pukkelig, rood en gevoelig. En nu zit ik weer op zo’n verdomde piste! Mijn humeur wordt er niet beter op omdat Oliver zich vooral uit in de negatieve vorm ten opzichte van de Afrikaanse medemens. Niet dat hij ongelijk heeft maar het bevorderd mijn humeur niet. Het tij keert wanneer Oliver ver voor me uit is, de natuur zich vlak trekt, de dorpjes verdwijnen, de natuur wat dichter groeit en ik mijn iPod op zet om extra energie te krijgen en geven. Dan cross ik als een kind uitgelaten en vluchtig over de paden die nu zo smal zijn dat er van een weg geen sprake meer is. Het is een intiem fietspad geworden en ik geniet met volle teugen.
Abrupt kom ik tot stilstand daar waar Oliver zich neer heeft gezet aan de oever van de rivier die naar de Atlantische oceaan voert en ons eroverheen zal brengen. Ik onderhandel met de bootjongen en de prijs zakt van $50 naar $10, iets waar ik eventjes voor moet onderhandelen. Achteraf blijkt deze prijs een erg goede deal te zijn want het wordt een bootrit van maar liefst 1.5 uur! In een uitgeholde boomstam proberen Oliver en ik onze balans en die van de fietsen en de vele tassen te handhaven. Ik heb mijn bedenkingen in deze boomstam maar primitief Afrikaans is het wel. Ergens midden in de rivier wisselen we van boot en stappen we over in een grotere boomstam. Zo voeren we urenlang over helder zoet water waarvan de bodem nooit lang dieper is dan we kunnen zien. We passeren uiterst langzaam mangroves en maagdelijke strandjes waar nooit iemand lijkt te gaan komen. Ik positioneer me comfortabel achter Oliver en laat me verwonderen door wat me voorgeschoteld wordt. Iets waarvan ik onder de indruk ben, iets dat ik niet had verwacht, eigenlijk geen verwachtingen hebbend. De zee oogt alsof er een zachte waas voor hangt, doch helder. Zilt. Dit Liberia oogt onbekend, azuurblauw water in plaats van alle toonaarden groen. De op de Amerika geïnspireerde vlag wappert op de bootjes die vis binnen voeren, andere uitgeholde boomstammen komen ons tegemoet. Wij hoeven eindelijk niets te doen. Alleen genieten. Van de natuur en reizen zonder inspanning.
Dronken Willy drijft op palmwijn
Major Dixen H. Willy is de immigratie officier die ons van de straat plukt en ons paspoort in zijn boek wil noteren. Dit is moeilijker dan in nuchtere staat en het kost hem erg veel moeite om vooral mijn vele geboortenamen te ontwaren, het visa te ontdekken en het uiteindelijk te noteren. Hij wordt geholpen door zijn collega’s en wanneer de klus geklaard lijkt te zijn, helpt hij ons zoeken naar een restaurant. Dit mislukt. Heel veel mensen lijken wel dronken of stoned en later zal ik ontdekken dat dit redelijk normaal is. Palmwijn vloeit als water net zoals immigratie kantoren ons blijven inschrijven. Gauw ontdek ik dat er hier vrijwel geen infrastructuur is, eten is moeilijk te vinden, pinautomaten bestaan blijkbaar alleen in de hoofdstad, en die geven dollarbiljetten, en er is alweer erg weinig internet.
In de avond wanneer Oliver en ik op zoek gaan naar een plekje om onze tenten op te zetten, word ik afgeleid door een stuk of vijf kleine jongetjes. Ze hissen in een toon zoals normaal is in deze landen, waar ik aan gewend ben geraakt en zelfs best grappig vind. Het is een gehis zoals wij een kat zouden roepen en beter dan al dat geschreeuw zoals in Guinee. Ik kijk om en zie de jongetjes synchronisch hun kruisjes op en neer in het zand drukken. Huh? Ik draai me gauw weer om naar Oliver maar weldra hoor ik weer gehis. Ik besluit nog een keer te kijken, vooral om te zien of wat ik zag juist is. Ja, de jongetjes drukken weer hun kruisjes synchronisch in het zand, languit liggen ze daar, naast elkaar en ze maken bewegingen alsof het zand een vrouw is en zij een volwassen man. Kijkend naar Oliver voel ik een plaatsvervangende schaamte.
Zijn dat manieren voor kleine jongetjes? Blijkbaar wel want gauw ontdek ik dat ik aangesproken word met ‘What’s up baby?’ en ‘Heee babe, I want to marry you’. De mannen zijn wederom direct en dat maakt dat ik dat ook kan zijn en duidelijk kan antwoorden dat ik geen interesse heb. In het drukke verkeer van Monrovia komen jongens op motorbikes naast me rijden en vragen of ik hen mee naar Nederland kan nemen. Die directheid en manier van aanspreken is eigenlijk heel grappig, en al manoeuvrerende door het wilde gewoel van rush hour in Monrovia komt er een extra dimensie bij.
Vervlogen dagen uit een Amerikaans verhaal
Robertsport laat mijn gedachten gaan naar een vervlogen Amerika. Borden met ‘house for rent’ staan voor vervallen huizen die op instorten staan, in een lettertype zoals in Amerika. Gezinnen die deze huizen bewaken wonen in een hutje ernaast, en wij proberen hier te kamperen. De witte stoepranden en brede straten doen Amerikaans aan en later zie ik stukken route die me aan Midden Amerika doen denken. Liberia heeft een vervlogen Amerikaanse sfeer, een armoedig weliswaar, een stoffig en een zeer chaotisch Amerika. Hoewel de hoofdstad Monrovia een toonbeeld van netheid, orde en hygiëne is.
De zachtheid van Robertsport duurt voort wanneer we een plek vinden tussen de moestuintjes, ons aangeraden door een man aan de waterpomp waar wij onze waterzakken vullen. De tuintjes liggen aan een rivier die bedekt is met witte lelies en donkere waterspinnen. Deze soort schorpioenen ontdekken we nadat ik mijzelf en Oliver en onze kleding uitgebreid gewassen hebben. Beschenen door de meer dan halfvolle maan, toegezongen door de kikkers, niemand die ons stoort, enkel een goede nachtrust wensend nadat de zon onder is gegaan. We hebben de moestuin helemaal voor ons alleen, een grote katoenboom kijkt op ons neer vanaf de heuvels rondom ons om de volgende ochtend een naakte jongeman in de rivier te zien baden. Ik sla de ochtend wasbeurt maar over…
Brendan vindt ons die ochtend wanneer ik geniet van een ontbijt van twee broodjes met omelet en twee koffie met gecondenseerde melk. Ik ben blij hem te zien. Nu we elkaar weer als team gevonden hebben, bijgepraat zijn en al onze magen gevuld, vertrekken we richting Monrovia. Het is zaterdag, de broers willen het nachtleven in de hoofdstad beleven dus stomen we goed door. Wanneer Brendan een lekke band krijgt fiets ik verder en eindelijk kan ik genieten van vlakte, een 45 kilometer hemelse grindweg. Ik knal hard door, zet muziek op en verdwijn geregeld in dikke wolken zand die de vele UN jeeps, die glanzen en glimmen door de rode stofwolken heen, me trakteren. Eenmaal op de teerweg ben ik teleurgesteld in de natuur, rijen aangelegde palmbomen zover ik kan kijken aan beide zijden van de op en neer golvende weg.
Ik merk dat ik opzien baar, als vrouw fietsend door een land waar maar weinig fietsers door heen komen. Taxi’s rijden voorbij en passagiers hangen uit hun raampje om me beter te kunnen zien. Hun blik verraad wat ze denken en ik kan alleen maar glimlachen om hun expressie. Ook wanneer er een konvooi voorbij komt, al het verkeer van de weg is verwijderd en opgesteld in het zand ernaast. Tientallen jeeps en SUV’s, waarbij een bodyguard aan de buitenkant van de jeep is opgesteld, gebaren ons te stoppen en in het zand stil te gaan staan. De weg is leeg en wij peinzen er niet over om te stoppen. We willen de hoofdstad halen voor het donker is. Politie en bewaking met luidsprekers schreeuwen ons toe aan de kant te gaan, zelfs passagiers langs de weg willen dat we stoppen. De president komt eraan, uren van te voren is er aangekondigd dat iedereen van de weg moet zijn, maar wij, nuchtere Noord Europeanen blijven stug door fietsen want de weg is breed genoeg voor ons allemaal.
Coffee vagabond, ‘Chop my money’
We halen de hoofdstad niet in het daglicht. Wel in het donker. Honderdtwintig kilometer later. Mengen ons weer in het drukke, volle, vette verkeer. Uitlaatgassen, vele brommers en fietsers laten we vaak achter ons. We sprinten als volleerde jockey’s zigzaggend erdoorheen. We maken er een wedstrijd van, zorgen voor opzien, mensen maken foto’s van ons. Ik geniet van de snelheid en bewegingen die ik kan maken in de in bloei staande verkeer van een hoofdstad.
Het uiterste puntje van Monrovia is waar we op af stevenen en met een recht stratenplan is het makkelijk ons doel te vinden. Monrovia doet meteen goed aan, jammer alleen van de Katholieke Missie, zijn stugheid, onvriendelijkheid en prijzige kamers: voor $40 heb ik een kamer. Oliver en Brendan delen een kamer die maar $30 kost. Dat zijn kamers aan de mannenkant en daar kan ik als vrouw niet verblijven omdat ik dan een doucheruimte moet delen met de mannen. De kant waar ik verblijf heeft kamers met douche en dit weerhoudt ons, mensen, er blijkbaar van dat we ongehoorde dingen doen met de mannen die zich in de douche ophouden, wachtend als wilde dieren op vrouwelijke slachtoffers.
Ik probeer van alles om minder te hoeven betalen voor de kamer. Wanneer Yves arriveert, een Fransman die ook fietst, probeer ik de kamer met hem te delen, maar Zuster Mary is gechoqueerd: ‘One man and one woman in one room?! Anything can happen!’ Ik vraag of ze wellicht denkt dat ik seks heb met elke man waarmee ik de kamer deel? Ik verzeker haar dat dit niet het geval is, maar al dat Zuster Mary kan uiten is: ‘No, no, no, not that!’
Wanneer ik dan eindelijk een kans zie, Izumi als mijn Japanse vriendin heb gemaakt, gaat Zuster Mary akkoord en krijgen we zelfs korting omdat de prijzen stijgen met twee personen in één kamer. Wellicht heeft Zuster Mary geen idee van wat twee vrouwen alleen op één kamer kunnen doen? Wellicht heeft Zuster Mary geen benul dat er geen groot hek staat tussen de mannenkant en de kant waar ik verblijf. Of dat de nacht niet de enige plaats is voor ongehoorde activiteiten? Zuster Mary weet echter wel goed van corruptie want telkens wanneer ik mijn kamer betaal schrijft ze geen bewijs voor me en wanneer ik dan vertrek proberen de mannen die het hotel van de Katholieke Missie runnen, me een extra nacht te laten betalen. Met Zuster Mary luisterend in haar gekoelde kantoor…
Chop my money dus, dat betekend zoveel als mijn geld gewillig laten delen met degene om me heen. Er is een populaire song die hevig elektrisch bewerkt is en in elk land ten gehore gebracht wordt.
Het volgende deel komt weldra…
8 replies on “Liberia I”
Ik lees en kijk weer met genot naar je nieuwe verslag! En je gedachten de ontwikkeling van het land en over NGO’s UN ed die in het land aanwezig zijn. En dan weer de fietksbelevingen. Meegenieten dus voor mij.
LikeLike
Hoi Gerry,
Klinkt allemaal niet zo positief, vrees ik. Toch heb er wel van genoten hoor. Hoe gaat het met je?
Met mij goed. Ik ben nu net in Cameroon belandt. Prachtig hier, veel regen vandaag. Lijkt bijna Nederland ; )
LikeLike
Nederland is momenteel erg nat. En koud. Cameroon lijkt me warme regen te hebben. Nee je verhaal is niet positief over Liberia maar als geschreven verhaal heerlijk om te lezen. Hopelijk Cameroon een positiever land. Liberia is toch het land waar de Amerikanen vroeger de slaven naar teruggestuurd hebben? Zoiets werkt lang door, generatie op generatie, lijkt me….
LikeLike
Hoi Gerry, dat klopt, vandaar Free Town!
Ik denk dat de oorlog meer vernietigd heeft in de mensen dan de slavernij, die oorlog is pas 10 jaar geleden afgelopen en dat drukt een stempel, lijkt mij.
Wist je dat de slavernij iets is van Afrika zelf! Ik wist dat nooit, ik wist eigenlijk heel weinig af van slavernij, maar het is gewoon iets van de Afrikanen zelf en de Europeanen en Amerikanen kunnen hier echt niet voor verantwoordelijk gesteld worden.
Afrika was een bruut, bruut continent. Zo enorm gewelddadig en… ondenkbaar bloeddorstig. Misschien waren de Europeanen en Amerikanen juist wel een lichtpunt voor de toen regerende koningen van Afrika!
Cameroon is ook nat maar wel heel drukkend en vochtige warmte. Ik was trouwens erg onder de indruk van Nigeria! Wat een fijne mensen en wat een mooi land. Niks geen negativiteit! Cameroon is heel toeristisch, denk ik…
Nou ja, geniet van de regen dan maar : )
Liefs Cin
LikeLike
It is easy to say that people are not working, where is there any work, did she had a look how people are making smal stones for the concrete just with the hammer all day long, men and woman just for a few dollar
LikeLike
Hi Andy,
Yes, she did had a look at people who made small pieces of stones, cutting them througout the day, under the hot hot sun. I was always happy to see people actually doing something, although their situation was nothing to be happy about.
I am just a traveler, on a bicycle, I don’t get to see the whole of the country and I write about what I experience and well… I might have missed out on a few things.
My overall feeling was not positive. What ever the resaon. And I know there are many reasons.
It is indeed easy to say what I see. I just write about what I see and feel. People are not working, generally. What ever the reason… the feeling I get there was not a positive one. Plenty people do work, of course, maybe I should regulate my words in my writing…
Instead of ‘everybody’ I better formulate it as ‘many’. I will think about that next time : )
My views are crossed by many thoughts, however, I possibly can not write them all down. I have many feelings when cycling through Africa, also that my sistuation is a very lucky one!
And theirs not so lucky and I do feel sorry for that…
Are you a NGO worker in Liberia?
Well, anyway, regards Cindy
LikeLike
Monrovia is schoon , oogwaarschijnlijk , tot we westport bekijken waar je rondloopt tussen de rotzooi en stank.
Als 80 % anm de mensen werkloos is ,zonder opleiding dan is er genoeg tijd en dan is de drank niet ver.
Is het jullie wel bekend dat er meer vrouwen (8 keer) dan mannen, Dat er geen scholing is voor iemand zonder geld, dat de ziekenhuizen je alleen helpen als je eerst betaald.
Er is geen gratis scholing in liberia, geen schoon water en eten (wanneer het er is) is meestal rijst met soms soep (zeg maar een soort jus)
Hoeveel land word er nu niet kapot gemaakt door de westerlingen en chinesen, maar het merendeel van de bevolking blijft vrolijk ondanks de armoede.
Kamers voor 30 a 40 dollar, ja als je dat betaald, er zijn namelijk ook goedkoper kamers mogelijk, maar je moet even de tijd nemen om dit te onderzoeken.
LikeLike
Beste Andy,
Zoals ik al zei, ik ben een reiziger en geen onderzoeker, dus neem mijn woorden niet als algehele waarheid, ze zijn een weerspiegeling zoals ik ze waarneem.
Er zijn enorm veel problemen in dat land, wie daar ook de schuld van is, er kan niet één iemand verantwoordelijk gesteld worden.
Monrovia… ik kan er ook van zeggen dat het vies en vuil is en arm, want dat is het ook, maar ik werd juist getroffen door die andere kant!
Ik geloof best dat er goedkopere kamer zijn trouwens, afgezien van de brothels waar ik niet graag vertoef, maar even de tijd nemen als je fietst, is niet mogelijk ; )
Had het me maar verteld voordat ik er aan kwam ; )
Groetjes Cinderella
p.s. ben toch wel benieuwd wat u heeft met Liberia? U werkt er vast al langere tijd. Ik hoop met succes : )
LikeLike