De ferry vanuit Barra zet me in ongeveer 45 minuten naar de overkant, ik kom in contact met de eerste bumster die me vraagt of ik een boek heb gekregen van de organisatie waar ik voor werk waarin staat dat ik niet met black people en bumsters moet praten.
Hoewel ik de hele vaart met hem praat ben ik natuurlijk geen doorsnee toerist en zeg ik hem niet naar wie ik toe ga, en ook vertel ik hem dat ik niet geïnteresseerd ben in mensen (hij dus) die andere intenties hebben dan waar ik voor kom. Ik kom niet naar Gambia voor seks. De overkant is de hoofdstad van Gambia, Banjul. Daar fiets ik in een mum van tijd doorheen en dan kom ik aan in Serekunda waar ik een stukje druk verkeer op een weg vol zand berijd. Ik vind het huis van Marloes na een aantal keer vragen en met behulp van een plattegrondje dat Marloes me heeft gestuurd heeft, vanuit de kant bezien waar ik niet vanaf kom.
Meteen denk ik al: ‘Wat een bijzondere mensen’. Gambia is anders, zo vertelde Malick me al, de jongen uit Dakar met zijn eigen constructie bedrijf. Gambianen zijn vriendelijke, open mensen met humor. Bumsters zijn zo mogelijk nog vrolijker, maar zij moeten met hun geveinsde karakter en eerste indruk dan ook veel binnen zien te halen. Zij zijn de mannen die naar je toe komen, je hand schudden en proberen om dat met je bankrekening ook voor elkaar te krijgen. Zij zijn de mannen die tot vervelens toe aan je blijven kleven, die seks met je hebben in ruil voor cadeautjes en geld. Zij hebben van blanke vrouwen hun beroep gemaakt en kunnen op deze manier veel meer inkomen genereren dan wanneer ze een baantje hebben als taxi chauffeur of boer of in dienst zijn van een resort. Hoewel de mannen aantrekkelijk zijn, prachtig getrainde lichamen hebben en het inderdaad erg mooi is om zo’n donker egale huid tegen een licht bruine als de mijne te hebben, ben ik de leeftijd hiervoor al ver voorbij. Nochtans, de meeste vrouwen die hier speciaal voor komen zijn minstens vijftig.
Marloes is een contact van Marijke en Jacques van de stichting Focus on Education. Marijke en Jacques hebben hier jaren geleden Suleyman en zijn gezin steun geboden om een medicinale botanische tuin te starten en Marloes die in Gambia woonde was de juiste tussenpersoon voor Nederland en Suleyman in Gambia. Marloes is nog steeds een prima tussenpersoon, zo blijkt een week later wel. Zij en Marijke (van Focus on Education) spannen nog steeds samen…
Ik heb gevraagd of Marloes een slaapplaats voor me heeft terwijl ik dan les ga geven op een van haar scholen en ook Suleyman ga bezoeken, dat is de reden dat ik in Gambia blijf. Een land waar ik anders snel doorheen zou zijn gegaan, iets wat makkelijk in een dag had gekund. Nu blijf ik weken lang en komt de één na de andere bijzondere persoon naar me toe.
Crown Nursery School
Deze school is afkomstig uit Nederland en gebouwd bij de Lower Basic School van het dorp Tujering, 25 kilometer vanaf Serekunda, net buiten een vogelreservaat en ver weg van de gekte en bumsters van de toeristische hotspot van Gambia. Niet dat er in dorp Tujering geen jongens op me af komen. Integendeel, ook al bewoon ik nu een huisje in een school compound met een hek van gedroogde palmbladeren eromheen om geiten buiten te houden, jongens komen gewoon aan de deur. Bieden me hun groene sinaasappelen en papaja’s aan. Met de hoop op meer, vermoed ik.
Mijn woonst is nu een scharlaken rood huisje met een golfplaten dak waar vogels nestjes bouwen en een vleermuis binnen geraakt. Ik heb een eigen keuken en douche en de hele voorkant en zijkant van het huisje bestaan uit gaas om de malariamug buiten te houden. Daar overheen zijn ijzeren tralies tegen aan gezet, maar geen muur, een beetje zoals de Mauritaniër hun woestijnwoningen hebben gebouwd. De wind zucht het huisje door. Gieren hurken zich neer in de tuin vol batterijen, zoete aardappel en chiliplanten. Ik ontwaak met het getjirp, gepiep, geroep en gezang van de vele tropische vogeltjes, zoals ook de doffe klappen van voetzolen op los zand van de paden achter mijn huisje. De schoolbel luid en de kinderen rennen naar school.
Ik had het plan om eens goed bij te werken in dit huisje. Al mijn teksten te schrijven, foto’s te sorteren, de weblog bij te werken, de route voor verder Afrika te gaan bepalen, visa te regelen en de fiets een ferme onderhoudsbeurt te geven. Alleen het laatste lukt goed zonder stroom. En hiermee begint meteen de typische Afrikaanse instelling waar wij in het Westen zo ons best voor moeten doen: ‘los laten’ en ‘met de stroming mee gaan’. Denkende dat binnen zitten me niets laat zien van de sfeer op deze school ga ik vanuit mijn scharlaken rode huisje naar het enorm grote, zanderige schoolplein en laat ik me door een klein jongetje in een tie & dye school uniformpje bij de hand nemen, en word ik bedolven onder vele tientallen kleine, warme handjes die in mijn armen knijpen, die mijn haar strelen en me állemaal vast willen houden. Wat een welkom! Hier zal ik ‘les gaan geven’, alleen heb ik nog geen idee wat ik kan gaan doen, want ik ken mijn sterke punten als lerares nog niet.
Suleyman is door Marijke en Jacques geholpen in het verwezenlijken van zijn droom. Omdat hij een grote kennis heeft van planten en hun medicinale krachten, maar ook van tuinieren en het verbouwen van groenten, heeft Focus on Education hem gesteund. Suleyman heeft een botanisch medicinale tuin, werkt als tuinman en geeft les aan vrouwen in het verbouwen van groenten, maar is ook werkzaam als natuurgenezer. Hij bezit een kennis die niet verloren mag gaan!
Die avond eet ik simpel omdat ik niet meer op tijd ben voor de markt die na 1 uur gedaan is. De markt wordt gerund door vrouwen die hun waar in hele kleine porties en in prachtige opgestapelde bergjes gesorteerd hebben liggen. Ik vermoed dat hun werktijden samen lopen met de schooltijden van hun jongste kinderen, ook hier hebben de vrouwen soms 8 kinderen, zelfs al wanneer ze pas 33 jaar jong zijn. Het dorp Tujering is klein, het ligt aan de weg die langs de kust loopt en heeft enkel winkeltjes met de hoogst nodige waar. Er is geen verharde weg in dit dorp, enkel zandwegen waar geen doorkomen aan is met de fiets. Er is een huisje waar een televisie staat en waar tegen betaling Engelse voetbalwedstrijden bekeken kunnen worden. Een bankje waar altijd dezelfde mannen op lijken te zitten, jongetjes die voetballen, gelli gelli, busjes die af en aan rijden om mensen van en naar Serekunda te rijden, voor 17 cent. Grote compounds herbergen extended families en twee scholen sieren het dorp. Toch gaat niet iedereen naar school.
Suleyman is een man die wérkt. Wanneer ik hem ontmoet is mijn eerste indruk dat hij mager is. Een rustige Gambiaan. Bijna een Indiër wat uiterlijk betreft. Ik neem hem mee naar mijn huisje en we drinken thee onder een eucalyptus boom. Suleyman verteld me hoe hij in contact kwam met Marijke en Jacques: als tuinman van een hotel was hij de enige die zijn beroep met hart en ziel ervoer. Het stuk grond waar hij voor moest zorgen was het enige stukje grond met de mooiste bloemen en de vruchtbaarste planten. Andere tuinmannen trippelde als krolse katten achter de blanken aan terwijl Suleyman alleen iets zei als hem iets gevraagd werd. De andere tuinmannen hadden het warm en moesten vaak rusten en vroegen de hotelgasten om gunsten. Suleyman beoefende ondertussen zijn hobby waarvan hij zijn beroep had gemaakt. Als een Afrikaan zijnde in een warm land geboren werkte hij gestaag en vroeg niet.
Een man die zegt dat je stilte in de natuur kunt vinden, iets dat in Gambia in overvloed is. Een man die zegt door je terug te trekken in de natuur je jezelf weer helemaal op kunt laden, je gedachten leeg raakt. Een man die zegt dat je door observatie inziet en niet door wat je aangeleerd is. Toen zijn vader hem wilde gaan leren over planten en hun werking vertelde hij zijn zoon, Suleyman dus: ‘Plant dit zaadje. Let elke dag op wat er gebeurd met deze plant. Bekijk ze en vergelijk hem met de anderen. Maar beoordeel ze niet op wat jij mooi vindt.’ Suleyman dacht dat zijn vader oud en seniel aan het worden was. Maar ondertussen leerde hij wat hij nu weet. Want hij is een kruiden- en natuurgenezer. En ik ben bij hem op bezoek.
Ik voel me bevoorrecht.
Ik luister aandachtig naar Suleyman, als kind hield ik al van botanische tuinen. Dan dwaalde ik het liefste tussen de gigantische bamboostengels en nu weer. Ik voel dat de zon mijn huid verbrand en dat ik hevig aan het uitdrogen ben maar ik vind het allemaal zo interessant dat ik de ene vraag na de andere stel zonder dat Suleyman soms al klaar is met zijn uitleg. Ik ben gewoon te inhalig, en ik excuseer me ervoor. Zo is er een boom die sap geeft om snijwonden te helen die veroorzaakt zijn door natuurlijke voorwerpen zoals hout, maar altijd in combinatie met andere sappen. Er is een boom, met een bast als de kurkboom, goed voor gonoroe. Er is een boom goed voor sexuele prestatie, maar ook als pijnbestrijder in de maagstreek. Er is een curry tree die ook gewoon lekker smaakt en Suleyman, zijn favoriete zoon Ousman en ik kauwen op de blaadjes ervan. Er is een blad dat woekert en goed is voor een pas bevallen vrouw. De bladeren dienen gebrand te worden en na de bevalling ingewreven op de vrouw haar buik. Net zoveel dagen als haar menstruatie duurt. Er is de cola nut voor diep gewortelde tradities zoals de name ceremony, waarbij de naam van een baby na een week uitgesproken wordt. Maar de cola nut werkt ook als licht verdovend middeltje.
Terwijl wij thee drinken, getrokken van boombladeren en Suleyman en ik genieten van een verlate lunch, de beste mafé, pindasaus en rijst, die ik ooit op heb, ligt er een jongeman zwetend, kreunend en betraand op bed. Hij werd met een taxi binnen gebracht en strompelde met een helse pijn het huis van Suleyman tegemoet. Suleyman maakt een snelle diagnose door met zijn handen over de buik van de jongeman te wrijven, iets dat hem alleen meer pijn veroorzaakt. Dan worden er blaadjes van een bepaalde boom geplukt, die worden gekookt terwijl er ook een papje van mais bereidt wordt, dat hij onmogelijk tot zich kan nemen in deze staat. De jongeman zweet, kronkelt en lijdt. En wij komen allemaal eens een kijkje nemen, de kinderen zitten aan zijn bed, de zus van Suleyman waait hem koelte toe en Suleyman komt af en toe eens kijken hoe het gaat. Na een uur blijkt de patiënt zodanig opgeknapt te zijn dat hij weer kan zitten, hij eet warempel van de maispap (mais heeft van zichzelf helende krachten) en heeft de thee ook op gedronken. Hij wordt opgehaald door een vriend met een auto en samen met Sallah, die als tussenpersoon fungeert voor Suleyman en de dokter gaan ze hem een snel werkend medicijn toedienen. Want natuurlijke geneeswijzen werken langzaam en de jongeman heeft waarschijnlijk een flinke aanval van malaria, zo zegt Suleyman.
More photo’s to see in the English post…
2 replies on “The Gambia I”
Hey Cinderella,
in welke taal ga je les geven en wat ga je geven?
Leuk geschreven.
Groetjes,
Philippe
LikeLike
Hoi Philippe, ik heb niet veel les gegeven hoor… je leest in het vervolg waarom : )
Maar wat ik deed was in Engels omdat de lerares die taal sprak. De taal die de kleine kindertjes spraken was Mandinka, geloof ik. En met zulke kleine kinderen maakt taal niet echt veel uit hoor. Ik gaf tekenles trouwens.
Groetjes Cinderella
LikeLike