Categories
Spain

Van Chipiona naar Ceuta

Met conjo en puta di madre, veel geschreeuw, een nieuwe luier voor de liefdesbaby van het ruziënde stel, en een Jack Russell die ons goede morgen komt snuffelen, ontwaken we vanuit ons vreemde kamp.

Het lijkt wel een Roma kamp. Er staan enkel campers en er is geen toilet-en douchegebouw. Wel een oceaan. De ene witte camper staat pal naast de andere witte camper, compleet met groene mat als privé gazon. In de ochtend komt er een auto vol brood en stroomt iedereen erop af. De bakker die zijn ronde doet en de ruzie van vanochtend is blijkbaar gesust, al lijkt de tussenkomst van de padre niet echt rustgevend te werken op schoonzoon of bloedeigen. Hij steigert letterlijk het kamp door. Niet een camping om eens lekker havermoutpap te gaan koken of chai te prepareren. Er is geen één boom voor schaduw, niet één rustgevend plekje. Er is geen toilet en geen douche. Maar het is wél een onbetaalde kampeerplek.

De rust vind ik op één van die zeldzame momenten: op een terras met café con leche grande!

De rit naar Chipiona is zwaar. Hoewel we weten dat we minstens 90 kilometer te gaan hebben gaan we laat naar bed, staan laat op, en niet verrassend dat we dan ook automatisch laat vertrekken. Het is Steve deze dag die de toon zet en vast besloten goed door trapt. Ik volg ergens ver achter aan zodat ik mijn meditatieve staat kan bereiken. De natuur veranderd alweer, nu meer naar kustgevoel, de rivier ‘Rio Guadalquivir’ volgend. Een laag staande rivier met de wal vol autobanden, flessen, plastic, rotzooi en enorme hoeveelheden takken en hout. Rijstvelden, dode stinkende honden, pelikanen. Een libelle en een bijennest zijn ons onderwerp van fotografie. De route is veelal over slecht wegdek, niet verhard met glad teer, maar vol kuilen, grind en alleen soms afgelijnd met bomen en dus schaduw. Een prachtige laan waar het begin noch eind in zicht is.

In de avond heb ik voor het eerst sinds lange tijd mijn fleece vest weer nodig. De zon als een harde oranje kogel door de dennenbossen priemend. Het is tien uur wanneer we de camping vinden die gesloten is en door een stel Spaanse familiefietsers worden gewezen op het Roma kamp. Hongerig en moe, een recordafstand gefietst van 107 kilometer. In het donker zetten we ons kleine, compacte kamp op, nogal uit te de toon met de campers die allemaal hun eigen toilet en doucheruimte hebben. Ik ben zo moe dat ik het liefste meteen ga slapen maar weet dat deze beslissing zich zal wreken in de ochtend. Echter, het ontbreekt me aan energie om nog een complete ananascurry in elkaar te toveren en hoewel Steve genoeg zegt te hebben aan wat oud brood vind ik dat wat magertjes na een dag van 110 kilometer. We gaan naar het kamp-restaurant, en eten als schipbreukelingen: salade, roerei met kaas, gebakken pepers met zout, friet en heel veel mayonaise.  Als laatste handling ga ik naar het restauranttoilet, knijp mijn 16-jarige acne uit, met een naald ergens uit mijn portemonnee. Altijd bevorderlijk voor de hygiëne…

Wat kan je zoal verwachten in zuidelijk Spanje? In een deel waar nog steeds stierenvechten gehouden worden. In een zuidelijk Spanje waar blijkbaar genoeg animo is voor het kijken naar het molesteren van stieren. Waar de supermarkten vol hangen met varkenspoten. Wat kan je verwachten van de zuidelijke Spanjaard?

Niet dat Steve aangevallen wordt, dat we gedwongen worden naar het politiebureau te gaan, een aantal onnozele vragen moeten beantwoorden, maar geen verklaring af mogen leggen. Iets dat ook niet gaat met politie agenten die geen Engels spreken. Je verwacht  niet dat we terug gebracht worden naar de camping in een politie auto met loeiende sirenes, 120 kilometer per uur rijdend waar je 60 kilometer per uur mag rijden. Het hele verkeer laat stoppen voor de politie agenten hun plezier, enkel om twee andere agenten bij te kunnen houden zowat we geëscorteerd kunnen zijn door zes agenten!

Je verwacht niet dat de situatie zo uit de hand kan gaan lopen omdat de desbetreffende familie zo woest is dat ze ons aan zouden vallen. Je verwacht niet dat een nietszeggende gebeurtenis de aanleiding kan zijn voor iets dat in hun familie al lang borrelt. Deze zuid Spaanse familie dient afgeschermd te worden van ons en daarom moeten wij de camping verlaten. Het is half 12 in de avond en we worden beschenen door zes agenten en door twee dienstauto’s en een troepje toeschouwers. Rustig pakken wij onze tent, ons kamp in. Ik als interpreteerster want Steve zijn Engels is onverstaanbaar voor de campingman die vredelievend met ons onderhandeld.

Je zou niet verwachten dat we botweg van de camping verwijderd worden, ons geld niet terug krijgen. Je zou niet verwachten dat we op straat gezet worden, geen hotel in de midden nachtelijke omgeving, Steve behoorlijk bezeerd geraakt door de aanval. De politie agenten zijn gewend aan dit soort huiselijk geweld en zij blijven koel. Ze zijn wellicht gewend aan hevige aanvallen, dodelijke aflopen door een volk zo dol op stierenvechten. Maar wij zijn allerminst gewend aan dit soort gedrag en we vrezen aangevallen te zullen worden van zodra we zonder escort zijn. De camping op en af gaan met een boog om hun staanplaats heen, gaan we nu de inktzwarte nacht in, als hazen opvallend, lokaas in een heldere stroom. Vrij om gepakt te worden, met de blote hand.

Ik spreek af met de redelijk compassievolle campingman dat de politie gebeld wordt zodra de vader de aanval inzet. Meer kunnen zij niet doen, en wij ook niet. We gaan de nacht in om twee uur later een camping te vinden. Fietsend over donkere wegen, langs disco’s en de kust. Ik in mijn pyjama outfit, compleet uitgeput van de voorgaande dagen zonder rust. Langs zwaaiende vuurtorens en over een wegdek vol kuilen, optrekkend strandzand en mijn Petzl hoofdlampje in mijn mond om ons bij te schijnen.

Avontuurlijk…

We fietsen richting Rota. Dit gaat nog netjes over fietspaden totdat we op een militair terrein raken. Ik probeer nietsvermoedend door de slagbomen te manoeuvreren  maar wordt prompt aangehouden. ‘Are you military?’ vraagt de militair. ‘Nee,’ antwoord ik. En dus zijn we genoodzaakt de ferry naar Cadiz te nemen en dat is niet voor niets, deze ferry. Het zou een enorme omweg geweest zijn. Nu 13 kilometer over een omstuimige baai ‘Bahía de Cádiz’ waar een cruiseschip in al zijn megaheid me helder in laat zien hoeveel vrijheid fietsen geeft. Vanuit Cadiz, waar we eerst op zoek gaan naar een supermarkt, dan een smakelijke lunch eten uitkijkend over het strand, rijden we over de snelweg verder naar San Fernando. We doorkruisen het stadje, en rijden verder over de snelweg. De strook is nog maar smal, de wind hard en de vangrail dubbel ‘deathrail’ genaamd door Steve. Want als je er tegen aan wordt gedrukt ben je dood. Telkens wanneer een truck me inhaalt maak ik een smak  richting die vangrail dan belanden we in Chiclana de la Frontera, prachtige naam. Je zou niet verwachten dat…

We zetten de tent op.

We nemen een douche.

Het is een koude douche.

En het is letterlijk een koude, of moet ik zeggen: niet alléén letterlijk.

Een jongetje van een jaar of acht begluurt ons onder de douchehokken en dus wordt Steve in elkaar geramd als het aan de uncle van het jongetje had gelegen.

Het camping regelement zegt daarover dit: take care of toilet and water places. Watch out that children do not play in this area.

En weldra worden we onderbroken in onze activiteiten van wasgoed schrobben. Onze kleding gaat nat in een roze Hema tasje mee naar het politiebureau, samen met mijn toilettas, hoed en handdoek. Mijn natte handdoek over mijn BH-loze voorkant en als een halfslachtige zigeunerin stap ik in de politie auto om er na ons verhoor terug in te stappen als een volledige zigeunerin. Met een tas vol eten: patatas con aioli, chili fritas en pescado fritas. De geur van snackbar aanleiding tot gebruik van sirenes?

In de aanval van de uncle verrekt Steve de spier in zijn kuit. Deze zwelt enorm op en wel zodanig dat lopen moeilijk gaat. De rel duurt lang. We gaan naar het politie bureau. We wachten tot we verhoord worden. Ik weiger mijn paspoort af te geven. Ik heb trek en Steve heeft een zak ijs nodig. Ik ga erop uit en vindt een zak ijs in een café. Daarna vind ik een snackbar en ondertussen wordt Steve verhoord.

‘Phonenumber?’ Steve antwoord: ‘I don’t have a phone.

‘Where do you stay?’ Steve antwoord: ‘Camping La Rana Verde.’

‘What’s the pitch number?’ Steve antwoord: ‘Number 70.’

‘How long have you been camping?’ Steve antwoord: ‘3 months.’

Je ziet, een grondig verhoor. Hier voor wachten we een uur op het politiebureau. Daarna ga ik eten zoeken. Het is al na 11 uur en ik heb ongelofelijke trek na een dag fietsen. Het is eigenlijk wel speciaal om op dit uur van de dag, in deze wijk, rond te struinen. Een gebochelde café uitbater wijst me de weg naar eten nadat ik vraag om brood ‘pan’. Ik vind de snackbar en eet mijn eten op de trappetjes van het politie bureau, waar we wachten tot er een auto beschikbaar is. Het is een spannende rit. Niet voor Steve, die als voormalig fire-fighter gewend is aan snelheid en sirenes. Wel voor mij, ik gniffel, om na twee maanden weer eens in een auto te zitten. In een politie auto nog wel, met laaiende sirenes en snelheid. Ik geniet ervan, hoewel ik met enige spanning afwacht hoe ons kamp eruit zal zien…

Aangekomen bij onze tent span ik de waslijn en dan worden we opnieuw bezocht. Of beter: verzocht om te vertrekken! De familie van het kind is erg, erg boos. Het is beter te gaan, voor onze veiligheid.

We moeten weg. Zes politie agenten begeleiden ons, wachten op ons. En een letterlijk steigerende vader wacht ons op bij de receptie. De agenten komen tussen hem en ons in staan en de show blijft door gaan…

Ook voor ons; we gaan de nachtvoorstelling tegemoet. Steve duwt zijn fiets met een slepend been voort, hopend dat we niet bezocht worden door de agressieve vader van niño. Ik fiets de donkerte in op zoek naar een hotel en vindt het niet aangenaam om op dit uur van de dag te fietsen, zo helemaal alleen, ook nog eens zonder BH aan?! Als ik maar niet aangehouden wordt, of aangereden, niet de weg en daarmee Steve kwijtraak zijn de gedachten die door me heen gaan. Ik vindt geen hotel en keer terug, nog net op tijd om voor een rotonde Steve tegen te komen. Hij blijkt beter te kunnen fietsen dan lopen en we besluiten de 20 kilometer naar de eerst volgende camping te gaan.
Klokslag 3 uur liggen we uitgeput, opgebrand en verward op onze matrasjes.

Wij worden bekeken alsof we aliëns zijn en dat zijn we in feite ook, de enige reizigers zijnde op een fiets. We worden door elke voorbijganger aangestaard, en dat zijn er vele omdat we bij de ingang staan. We rusten hier een dag uit, ik drink twee dubbele café con leche en schrijf in mijn dagboek. Ik ben eindelijk in staat om vroeg naar bed te gaan, en eindelijk ook eens alleen in mijn eigen schone, ordelijke tent. Ik voel me zo ontzettend energieloos en lusteloos na een nacht politie oponthoud en fietsen in de nacht dat ik nu echt moet recupereren. Jammer alleen dat mijn lichaam daar niet meer op ingesteld is. Het is 11 uur en na 1.5 uur geslapen te hebben, heb ik honger. Geen trek, maar echt grote behoefte aan een maaltijd. Ook heb ik hoofdpijn ten gevolge van te weinig water, en teveel koffie. Ik ben gedehydrateerd en er zijn zoveel muggen dat ik heel de nacht jeuk heb.

We fietsen verder, dit gebied heeft de ene camping na de andere camping in één lange lint aan de kust liggend, maar we moeten toch nog 50 kilometer fietsen om er een te vinden. En die is net zo duur als alle zes de andere ervoor, behalve dat we niet hoeven te betalen voor een auto, en niet als een blokkendoos op, naast en tegen elkaar staan, en ook zijn we niet omgeven door jeugdige discogangers.

Het is hoogseizoen aan de kust en sommige campings zijn ‘complete’, andere overvol.

Het fietsen langs de kust naar Zahara gaat over de enige weg die er beschikbaar is, door acaciabossen, over een flinke helling die 12% stijgt, uitkijkend over de blauwe natuur, Marokko bijna in zicht, al te voelen. ‘Africa, Africa,’ klinkt in de tonen van Amadou & Mariam en zoevend over de smalle autobaan, alle verkeer storend en ophoudend, krijg ik aanhoudend kippenvel! Spanje is al getrotseerd, we staan in de punt, hoe goed ging dat me af? Het is maar 34 graden, hoewel een erge hoge luchtvochtigheid, maar toch hebben we behoefte aan ijs en ik eet twee waterijsjes en een schepijsje aan de kust van Barbate, een onbelangrijk plaatsje want geen toeristen en geen camping.

En zo wordt de zesde poging om een camping te vinden er een in Zahara, op een omgeploegd stuk land gezet. Het ligt er vol dennennaalden en paletten, dat als ondergrond voor onze keuken dient. De bosjes die nog niet met een sjofel omgewoeld zijn dienen nu als mijn toilet. Een soort van wildkamperen voor een prijs van tweeëntwintig euro. De douches zijn krampachtig klein.

Telkens wanneer we een dag gefietst hebben en naar een supermarkt gaan om ons eten in te slaan, valt het me op hoe lawaaierig die zijn. Vaak moet ik mijn handen op mijn oren houden om het harde geluid te dempen.

We fietsen door nietszeggende dorpjes die nieuw lijken te zijn, geen sfeer en ziel hebben. We eten er onze lunch onder een zeer gestileerde kerktoren en wanneer we verder gaan, ik op de fiets stap, val ik pardoes om. De fiets valt boven op me en Steve lacht me uit. Het moet ook een erg grappig gezicht zijn want ik kom er maar moeilijk onder uit gekrabbeld.

Vanuit Zahara gaan we naar de laatste camping in Tarifa en om daar te komen is weer een heel avontuur! Hoewel ik er geen heil in zie, kiest Steve een route die niet op de landkaart staat, wél als een ‘track’ in zijn GPS. En ik ken die ‘tracks’ nu wel. Hij probeert nog met ‘de lange route gaat omhoog, de track langs de kust, en dus minder omhoog.’ Ik zeg dat ik liever klim dan een ongeteerde track te befietsen. Ik weet dat zijn ‘tracks’ zwaar zijn en dat autowegen weliswaar langer zijn, maar ook vlakker. En ik weet dat we vanaf Zahara af moeten buigen, maar goed… je moet de man soms de keuze laten maken, ook al weet je dat het niets wordt. En zo geschiedt.

Niet veel later voel ik me bijna neergaan! Ik ben zó moe, zó moe. Ik heb zó een slaap. Als ik nu niet ga slapen, ga ik neer! Ik heb al eerder aangegeven dat ik wilde slapen, gewoon naast Steve zijn avontuurlijke GPS-track. Als respons hoor ik ‘het is al drie uur.’ De track is echt mooi, en heel spannend ook. Zou je in een jeep rijden. Niet op de fiets. Het valt niet te fietsen. Ik duw de 20 kilo en de 40 kilo erboven op door los zand en door keien en door 47 graden Celsius. Uiteraard komt Steve me duwen, ook al heeft hij de blessure aan zijn kuit, die nu zakt naar zijn enkel. Ik bedenk dat zit zijn keus is, deze geweldige ‘track’ langs de kust, over bergruggen en langs herkauwende runderen. Wel nu, als het zijn keus is, krijgt hij het compleet. Ik ga slapen! Ik kom gewoon niet meer vooruit, deels ook vanwege koppigheid.

In de punt van Spanje, flinke bergtoppen overheersen, de landbouw is geoogst en het is een droog stuk land wat er overblijft. Oude hippies verkopen hun rotzooi op de stoep, de borden langs de weg geven Algeciras en Tarifa aan, kippenvel overheerst en ik zet Afrikaanse muziek op voor dat extra zetje over de laatste geleidelijke heuvel. Eenmaal op de N340 is het weer zalig fietsen en ga ik gestaag 30 kilometer per uur.

We zijn aan het eind van Spanje en voor het eerst in de oceaan! Fietsen geeft me genoeg buitenlucht en het zien van de oceaan is vaak al voldoende, pas nu komen we eraan toe om erin te gaan. Het is koud. De kustlijn vol kite-surfers, en de wind waait zo onstuimig om de rots waarop we liggen dat het pure zaligheid is. Opeens is het strand aan beide kanten uitgedund en mensen verlaten stil aan allemaal de kust. Wij Spanje.

Totaal aantal kilometers gereden in Spanje: 1556.44 waarvan ik 13 dagen rust heb genomen op de totaal 41 dagen dat ik in Spanje was. Dit zijn 28 fietsdagen dat gemiddeld op 55.57 kilometer per dag komt.

By Cindy

Years of traveling brought me many different insights, philosophies and countries I needed to be (over 90 in total). I lived in Pakistan, went over 15 times to India and when I stopped cycling the world, that was after 50.000 kilometer through 45 countries, I met Geo. Together we now try to be more self-sustainable, grow our own food and live off-grid. I now juggle with the logistics of being an old-fashioned housewife, cook and creative artist loving the outdoors. The pouches I create are for sale on www.cindyneedleart.com

10 replies on “Van Chipiona naar Ceuta”

Zo ook even een ‘comment’ via deze weg, gisteren heb ik je een mail gestuurd omdat ik op een of andere manier toen niet dit plekje zag waar ik wat kon achterlaten. Nogmaals weer een spannend mooi verhaal wat nog echt gebeurt ook nog eens…. Benieuwd wat en waar je locatie nu is.

Like

Hoi Gerry, nou, zeker echt gebeurd. Ik zat er niet op te wachten en vond het niet leuk, maar zo’n ritje in de politie auto is wel weer spannend natuurlijk. Steve zijn kuit is beter. Gelukkig maar. Ik heb je mail binnen hoor, maar eerst even via hier: ik ben nu in Nouakchott, hoofdstad van Mauritanie! Niet echt een spannende stad… stoffig, heet en niet al te goedkoop. Wel lekker even bijtanken: babybell kaas en President boter, hmmmm : )
Liefs Cinderella en mail je zo gauw ik kan : )

Like

beautiful pictures…more beautiful are the thoughts in your mind…hope this song by Nina Simone would complement your post…. 🙂

Birds flying high you know how I feel
Sun in the sky you know how I feel
Breeze driftin’ on by you know how I feel

It’s a new dawn
It’s a new day
It’s a new life
For me
And I’m feeling good

Fish in the sea you know how I feel
River running free you know how I feel
Blossom on the tree you know how I feel

Dragonfly out in the sun you know what I mean, don’t you know
Butterflies all havin’ fun you know what I mean
Sleep in peace when day is done
That’s what I mean

And this old world is a new world
And a bold world
For me

Stars when you shine you know how I feel
Scent of the pine you know how I feel
Oh freedom is mine
And I know how I feel

Like

‘you know how I feel, don’t you know’….like it says in the song

I’ill send you the song by email…

– a warm hug

Like

thanks…beautiful pictures…more beautiful are the thoughts in your mindscape…hope this song ‘feeling good’ (originally sang by Nina Simone) would complement your post and thoughts. I will send a mp3 version of this song in your email… hugs

Birds flying high you know how I feel
Sun in the sky you know how I feel
Breeze driftin’ on by you know how I feel

It’s a new dawn
It’s a new day
It’s a new life
For me
And I’m feeling good

Fish in the sea you know how I feel
River running free you know how I feel
Blossom on the tree you know how I feel

Dragonfly out in the sun you know what I mean, don’t you know
Butterflies all havin’ fun you know what I mean
Sleep in peace when day is done
That’s what I mean

And this old world is a new world
And a bold world
For me

Stars when you shine you know how I feel
Scent of the pine you know how I feel
Oh freedom is mine
And I know how I feel

Like

Hi Gora,

I woud like the song, however, am not so good in downloading… but the text is just right. Very beautiful Gora : )

How are you doing?
I am well, resting, but sleeping badly here in the capital. It is hot, many mosquito’s and city’s always makes me active, restless. The desert sleeps better : )

After tomorow onwards…. to Senegal direction. A new country. Exciting.

Love Cindy

Like

Lieve Monique, ik doe dat met de scholing uit België! Daar heb ik de kunstschool gedaan hé en daar leer je beter kijken! Nu ik niet kan schilderen, fotografeer ik graag.

En om op je lange persoonlijke mail te antwoorden: ik denk dat jij een berichtje krijg als ik je iets stuur, is het niet? Ik weet het eigenlijk niet? Zou toch moeten kunnen, misschien is er een knopje dat je aan kunt klikken om antwoord te ontvangen? Goede vraag van je.

Enne, gefeliciteerd dat je oma bent geworden. Ik vind jou helemaal geen oma lijken : ) Gaat het goed moet de moeder en baby?

Liefs Cin

Like

Don't just stop here, I appreciate your thoughts too : )

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.